Denk eens aan het woordje taart. Wat zie je? Zie je de letters T-A-A-R-T of zie je een plaatje van een taart? Zie je een plaatje, dan ben je mogelijk een beelddenker.
Beelddenken wijkt af van de standaard en heeft een passende manier van leren en communiceren nodig om er voor te zorgen dat de leerstof blijft ‘plakken’. Dat is de methode ‘Ik leer anders’, waar je verderop meer over leest. Want bedenk je dat beelddenken niet makkelijk is in een (onderwijs)wereld waarin de lesstof met woorden aangereikt wordt. ‘Ik denk dat ik het wel weet, maar ik kan het in mijn hoofd niet vinden’, heb ik meer dan eens gehoord van mijn zoon. Wat betekent dat nou eigenlijk, een beelddenker zijn?
Lesstof verwerken
Iedereen maakt gebruik van het zelfde proces om informatie op te slaan: je neemt informatie op, je hoofd verwerkt de informatie en slaat het op en vervolgens moet je de informatie weer kunnen vinden. Bijvoorbeeld voor een toets.
Het enige wat verschilt van persoon tot persoon is de voorkeur van het opnemen, verwerken en onthouden van de kennis. Je kunt een voorkeur hebben voor horen (auditief), voelen (kinesthetisch), denken (auditief digitaal) en zien (visueel, dus beelddenken).
Deksel van de puzzeldoos
Beelddenken is non verbaal denken, instinctief denken, voelen dat een oplossing daar en daar ligt. De kracht dat je, datgene wat je uit wilt uiten, kunt visualiseren: als een schilderij of een beeldhouwwerk, maar ook als een heel orkest dat je kunt horen spelen. Mozart en Van Beethoven hoorden de muziek in hun hoofd en zagen het orkest spelen en dat schreven ze op. Beethoven zelfs nog toen hij doof werd! Mensen die vanuit hun primaire denkproces, hun rechterhelft denken zijn spiritueel getalenteerd of sensibel. Ze zien uitkomsten die een ander niet ziet omdat ze 3D kunnen denken en kunnen omdenken. Ze zien een oplossing al voor zich terwijl ze nog geen uitleg hebben. Ze zien een oplossing en zullen dan achteruitwerkend proberen te vertellen waarom zijn oplossing goed is. Deze mensen zie je vaak in een technisch en/of creatief beroep: kunstenaars, bouwers, schrijvers, muzikanten, ICT-er, architecten, enz.
Een beelddenker leert vanuit het geheel omdat het 3D denkt. Dus leerstof in stukjes aanleren werkt niet. Het kind leert namelijk ‘topdown’, dat wil zeggen vanuit het grotere geheel. Maar het onderwijs is over het algemeen opbouwend onderwijs, dat wil zeggen steeds een stukje erbij leren, zonder dat je weet waar het uiteindelijk toe moet leiden. Een puzzel maken zonder voorbeeld… Zo voelt het voor iemand die vanuit het primaire denkproces denkt. Deze kinderen willen gewoon het deksel van de puzzeldoos erbij, zodat ze de informatie die ze krijgen kunnen plaatsen!
Highspeed denken
Een taaldenker krijgt 2 à 3 woorden per seconde binnen. Maar bij een beelddenker zijn dat 32 beelden per seconde. Zo’n beelddenker moet dus veel meer filteren en heeft dus meer tijd nodig om informatie die binnenkomt te filteren. Wat klopt er wel van en wat niet?
Als de juf in een dictee bijvoorbeeld het woord ‘hond’ zegt denkt een beelddenkend kind aan de teckel van oma, die altijd zijn teenslippers probeert te pakken. Toen ze kapotgebeten waren kreeg hij nieuwe Cars-teenslippers van mama… En als het kind dan zo ver is om het woordje op te schrijven is de juf alweer een woord verder…
Oerinstinct
Beelddenken is eigenlijk een oerinstinct. Pasgeboren wezens op aarde denken eigenlijk maar aan één ding: overleven. Zo zie je in de dierenwereld dat een veulentje meteen kan opstaan als het geboren is. Het oerinstinct dat iedereen helpt overleven. Of je nou dat veulentje bent of een baby’tje.
Dit is wat we het primaire denkproces noemen. Het primaire denkproces gebeurt vanuit de rechter hersenhelft. Het zorgt er bij een baby’tje voor dat het zijn omgeving leer kennen door het om zich heen bewegen van de beentjes en armpjes. Ook geluiden maken (bijv. huilen) als het iets wil komt vanaf deze hersenhelft. Het overleven heeft dus geen verband met gesproken woorden (taal).
Dat primaire denkproces is geweldig: geeft je ritmegevoel, ruimtelijk inzicht en laat je de wereld intens ervaren. Het geeft je beleving, inzicht en verbeelding. Bij dit denkproces kan je ook aan een groot kleurgevoel of dagdromen denken. Beelddenken is denken in beelden en gebeurtenissen
Vanaf 3 à 4 jaar leert een kind beredeneren en in woorden te denken en dus ook praten. Dat heeft het nodig om in onze maatschappij zijn draai te vinden. Dat is meer dan alleen overleven en we spreken dan over het secundaire denkproces.
In de minderheid
Een schatting zegt dat zo’n 95% overstapt naar het secundaire denkproces en dat 5% blijft denken vanuit het primaire denkproces in de rechter hersenhelft. Omdat het onderwijs talig is, heeft dat er een grote invloed op.
En dat is precies wat voor sommige kinderen en ook volwassenen een probleem is: het onderwijssysteem, maar ook alles om ons heen is gericht op mensen die vanuit hun linkerhersenhelft denken en dus als taaldenkers functioneren.
Eigenlijk heeft een kind wat beelddenker is simpelweg de pech dat het in de minderheid is en dat het leermethoden op school op taaldenkers gericht zijn.
Je kunt daardoor dus veroordeeld worden tot diagnoses als dyslexie en dyscalculie, terwijl het systeem hier het struikelblok en oorzaak is…
Mensen met AD(H)D zijn vaak beelddenkers, hebben moeite met structuur en zijn chaotisch. Zoals ik al schreef vindt plannen en organiseren plaats vanuit de linkerhersenhelft. Beelddenkers, met hun voorkeur voor de rechterhersenhelft, hebben dan ook nogal eens moeite met ‘tijd’. Ze schatten het verkeerd in, denken dat ze nog alle tijd hebben om alles te organiseren. Dan is het voor hun gevoel plotseling tijd om te vertrekken en zijn ze nog lang niet klaar. Impulsiviteit en hyperactiviteit zijn niet de middenmoot in onze maatschappij.
‘Ik leer anders’
Het is zó belangrijk om deze kinderen en jongeren ondersteuning te bieden bij hun manier van leren. Juist doordat ze intelligent zijn kunnen ze, ondanks hun leerproblemen, toch goed leren om mee te komen in het onderwijs en in de maatschappij.
Daar komt de leermethode ‘Ik leer anders’ om de hoek kijken: ‘Ik leer anders’ vertaalt de lesstof naar een visuele manier van denken voor de beelddenker. Hij of zij kan na de eerste les direct zeggen of deze werkwijze aanslaat. Dus geen eeuwig traject zonder resultaten. Door over te stappen naar het visuele informatiesysteem wordt de stof direct begrepen én onthouden. Leerlingen met taalproblemen kunnen zo woorden foutloos spellen. Niet alleen van voor naar achter, maar zelfs van achter naar voor! Simpelweg doordat ze het woord als woordbeeld hebben opgeslagen.
Wat ik je wil zeggen is: blijf niet langer vechten met schoolwerk. Als je kind (of jijzelf) bij mij ‘Ik leer anders’ volgt, kan je zelf ervaren of de methode voor jou of je kind werkt. Het is geschikt voor alle beelddenkers vanaf 5 tot 100 jaar!
0 Reacties